Zembla heeft hier een uitzending aan gewijd.
Het bedrijf overtreedt allerlei regels, maar de gemeente laat het ook toe. Vandaar ook dat niemand er van op keek dat het hier fout ging. Het is nu de vraag hoe dit verder gaat lopen.
Wellicht dat de eigenaar van het bedrijf welke geen verantwoording nam en de gemeente die het oogluikend toe liet op de vingers wordt getikt.
Helemaal niet zo gek die sprinklers en/of brandgangen...............
Zoals u het stelt zo is ook de opinie in de media en dus ook bij het grote publiek. Uw beoordeling van maatregelen is uit de context van het gehele bedrijf.
Wat m.i., bij de langzaam ingevoerde en deels tientallen jaren verzaakte wettelijke taken van de regionale brandweer (sinds 1985; later in 2010 in de veiligheidsregio)
met name t.b.v. de brandpreventie adviezen gevraagd en ongevraagd aan de gemeentebesturen is ontstaan is het falen van het in de wet voorgeschreven systeem van brandweerzorg. Door dit te ontkennen! De zittende brandweertop bevindt zich m.i. in een 'state of denial'. (Zoals blijkt uit producties van het IFV; 'een hernieuwde kijk' die feitelijk slechts terugkeert naar het verwaarloosde kennisgebied uit het verleden.)
Op mijn waarneming over die 30 jaren is mij gebleken dat de cdt-en van die regionale brandweren eerst die brandpreventie taken (wet 1985) 'en bloc' weigerden (jaarvergadering NVBC 1988; gepubliceerd in B&B!) en in strijd met de wet 'lieten' bij het gemeentelijke Bouw- en Woningtoezicht.
Bezien vanuit de (internationale) brandweerliteratuur was dat onmogelijk; deze vereiste een langdurige studie; die ik als Hoofd officiersopleiding, anticiperende op de wet van 1985, in een leerstofprogramma had verwerkt; anderhalf jaar internaat met avondlessen; waarvan 70% brandpreventie!.
Deze plannen en de uitvoering van de wet werden door de zittende NVBC commandanten, de meesten zonder officiersopleiding (gemeenten in grootste aantal qua 'stemmen') via de Inspectie gedwarsboomd.
De macht daartoe ontstond uit de vereiste decentrale medewerking; voor de reorganisatie BB.
De regionale brandweer 'vergat' zodoende hun specialisatie (brandpreventie op/bij internationale literatuur) door te ontwikkelen en te implementeren.
BWT adviseerde en handhaafde(?) op de oude Woningwet en het Bouwbesluit (de laatste sinds 1992 aangevuld met de inmiddels ouderwetse AROR uit A'dam; deze had destijds (op de officiersopleiding) beruchte afkorting: avpo; afhankelijk van plaatselijke omstandigheden. Dat leidde tot heel wat rode hoofden bij het oefenen op het geven/voorstellen van voorschriften.
Ook veroorzaakte dat intergemeentelijk grote verschillen in voorschriften en ontstond het 'shoppen' van bedrijven; in welke gemeente men voor een nieuwe vestiging het goedkoopste wegkwam; v.w.b. de brandweerzorg voorschriften. Voorspelbaar werden dat de kleiner gemeenten; zoals ik vaststelde bij mijn stage tijdens de opleiding in de gemeente H'meer: een patatfabriek koos Hoofddorp na afweging voor A'dam. Het hoofd preventie was trots op zijn 'resultaat' (minder brandpreventie eisen) en dat werd gewaardeerd door zijn burgemeester.
Dit werd 'centraal' op het ministerie daarop dan weer een reden om de gemeentelijke bouwverordening, in strijd met de wet(!), te centraliseren naar het Bouwbesluit, en ook even het Gebruiksbesluit, met als expliciet motief uit de 'verkeerde' Woningwet:
uniformeren van AMvB's; de Brandweerwet 1985 kende zo'n artikel niet.
Maar 'het ambacht' raakte binnen de brandweerofficieren en hun opleiding, ondanks hun exclusief wettelijke taak daartoe (Bouwverordening; wees voor de handhaving '
in elk geval de officieren van de brandweer' aan!), in onbruik.
Waar het vooraf aan 1985 in Amsterdam nog een exclusieve officierstaak was (brandpreventie adviezen en handhaving) waarbij de praktische leiding werd gegeven aan de ondercommandant en de plaatsvervangende sectiechefs (AHBM's), 's avonds schouwdiensten verrichten in gebouwen met verblijfsfunctie, is dit later 'geruisloos' verdwenen.
Dat na de Marbon ramp de brandpreventie ook voor de (chemische) industrie moest worden ontwikkeld is daarbij eveneens 'opgelost'.
Zo ontstond dan de o.m. Vuurwerkramp etc. en eerder de Motorkade; als eerste dodelijk brand voor de repressieve brandweer door het domweg verzaken van de brandpreventie in dat pand.
Er is dus een in de wet opgebouwd systeem dat door een gebrek aan kennis, ervaring en opbouw van autoriteit niet kan functioneren.
De politiek verantwoordelijkheid van praktisch steeds ingewikkelder wordende brandpreventie is gebleven bij het
decentrale gemeentebestuur, die weten 'van de Prins geen kwaad', evenmin als de burgemeesters, de wettelijke adviseurs weten niet meer wat te adviseren en waar te beginnen, en de toezichthouder (Inspectie) rapporteert in 2015 geen enkel beeld te hebben van de kwaliteit van dit systeem van brandweerzorg.
Dat is voor mij het vakinhoudelijke en ethische bankroet van de brandweerzorg!Waar blijft de Baron von Munchhausen?