Wellicht dat dit daarom ondereen commissie van BZK, immers nu verantwoordelijk voor bouwbeleid (ik heb het ook niet verzonnen en zou het nooit kunnen verzinnen), is gedaan.
M.i. slaat u de spijker op zijn kop. Wisselende panelen over langere tijd met als gevolg begrip- en spraakverwarring bij opvolgend jongere generaties.
Dit is al sinds de Brandweerwet 1985; eerst de strijd tussen ambtenaren van Bouw- en Woningtoezicht en de brandweerofficieren (cdt-en) in de grote steden (regio's! ) die (formeel de cdt.) toen
de 'wettelijk adviseur' brandpreventie werden.
In de VNG was een krachtige steun (lobby)voor BWT. ( De gebroeders Esveld, van het VNG respectievelijk brandweer Den Haag, vochten die strijd op congressen openlijk uit.)
Vandaar dat de met de Brandweerwet 'vloekende' wetgeving 'Woningwet en bouw' (eerst na 1985 en toen nog eens anders na 1992) door het VNG bij inspraak niet werd aangetast (zelfs ook wel hun eigen concepten t.b.v. BZK).
De 'vrijwillige' officiersopleiding, midden jaren '80, hoefden volgens hun begeleiders, allen in in bijverdienste, ook geen preventie meer te leren: "
dat doet Bouw- en woningtoezicht wel."
Zo kregen deze personen na hun 'opleiding' wel het hogere salaris maar deden nooit het werk en konden dat ook niet. Door hun onkunde beseften zij, naar ik mag hopen, ook niet dat ze daarmee hun eigen repressieve brandweer in gevaar brachten/brengen!
Toen werd in de jaren '90 en ben 2000 herhaald gerapporteerd en aansporing gegeven vanuit de Inspectie voor het brandweerwezen; o.m. door de enorme achterstand m.b.t. gebruiksvergunningen. Daaruit ontstonden rechtstreeks de rampen in Volendam en Enschede en later Schiphol, De Punt etc.
Daarna werden de gebruiksvergunningen weer anders wettelijk opgenomen: uit de gemeentelijke verordening naar het Gebruiksbesluit (2008): de valse truc van een zogenaamde nieuwe start; i.p.v. het verantwoord wegwerken van een schandalige achterstand.
Het woord '
brandveiligheid', als onmogelijk te realiseren/operationeel te definiëren begrip, ontstond dus na: 'de brandweerzorg', de 'brandpreventie' ('alles' vooraf aan de bestrijding) en de repressieve brandbestrijding.
De gemeentelijk verordening hanteerde
Brandbeveiliging; dat is actief geformuleerd en dekt daarmee de lading beter.
Ik vermoed, omdat het woord '
veiligheid' wel voorkwam in de Woningwet, men hiermee 'ontmaskering' wist te ontlopen.
Ook al omdat elke ministeriële AMvB (zoals Bouwbesluit 1992) moet worden gelegitimeerd door algemene wetgeving via de Staten Generaal.
Deze AMvB werd quasi en sluw 'gelegitimeerd', niet door te verwijzen naar een artikel over 'veiligheid' in de Woningwet, maar door een artikel over uniformering van voorschriften.
Dus een 'vorm' voorschrift is m.i. misbruikt om de
afwezige voorwaardelijk inhoudelijke legitimatie te maskeren om de gemeentelijke verordening te 'legen' en op te nemen in centrale wetgeving.
De brandweerofficieren en burgemeesters zwegen en namen zelfs op hun congres (NVBR) de beslissing om geen brandpreventie adviezen te geven; zoals dat voor de cdt.reg.brw. inmiddels (1985) verplicht was.
Dat verklaart voor mij ook de onwilligheid in Brandweer NL om vrijwillig tot regionalisatie over te gaan; waarop de WVr,
eerst na 25 jaar verzakende brandweerzorg, deze lamlendige vrijwilligheid beëindigde.
Zo ging het vak brandpreventie uit de Brandweerwet 1985 willens en wetens naar de knoppen; we zagen de gevolgen en zullen er meer zien.
De salarissen zullen er niet onder lijden; voorspel ik u.
Men heeft de burgers in NL al wijsgemaakt dat ze voor 'zelfredzaamheid' (getverderrie; weer zo'n non begrip!) moeten zorgen en dat eenieder zelf verantwoordelijk is voor 'brandveiligheid'. Precies het begrip waarvan niemand weet/wil weten hoe dat tot uitwerking/realisatie moet/kan worden gebracht.
Het 'goede' bericht is: als niemand het meer weet is iedereen 'expert'. En zo ontstond de lucratieve markt voor commerciële adviesbureautjes:
"the sky is the limit!" "Geen gezeik allemaal rijk!" (van Kooten en De Bie) op belastinggeld; daarvan is er voor externe 'kennis' kennelijk genoeg.