Onderzoek brand Tata Steel ’langdurig’Het kan nog enige tijd duren voor de oorzaak bekend is van de grote brand zaterdagavond in een transformatorstation op het terrein van staalbedrijf Tata Steel.
,,Dat onderzoek loopt momenteel’’, aldus een woordvoerder van de onderneming daags na het incident. Volgens de zegsman is één van de drie transformatoren in het station door de brand verwoest. De overige twee liepen geen schade op.
Het getroffen station - dat nog vrij nieuw is - ligt op het noordelijk gedeelte van het Tata Steel-terrein, ruwweg tussen de Zeestraat naar Wijk aan Zee en de Westelijke Randweg. Omwonenden hoorden even voor zes uur een knal, die werd gevolgd door de brand. De gealarmeerde bedrijfsbrandweer kon niet direct beginnen met blussen, aangezien een deel van de stroomvoorziening via het hoogspanningsstation wordt geregeld.
https://www.ijmuidercourant.nl/ijmond/onderzoek-brand-tata-steel-langdurigBluswater verbodenHoogspanningsschakelstations zijn onderdelen van de vitale infrastructuur van Nederland. Deze schakelstations staan bekend als zeer betrouwbaar. Maar wat gebeurt er als er zich onverhoopt tóch een calamiteit zoals brand voordoet?Hoogspanningsschakelstation
Brandveilig.com is op bezoek bij het hoogspanningsschakelstation van Amstelveen. Daar spreken we met Maarten van Riet, Manager R&D van netwerkbeheerder Liander en Harm Straathof, Manager Business&Product Development bij Saval. We krijgen uitleg over de bevredigende oplossing die ze uiteindelijk vonden voor het complexe brandbeveiligingsprobleem van dit station. Zo bevredigend dat ze die nu uitrollen naar andere hoogspanningsschakelstations die bij Liander in beheer zijn.
Hoogspanning schakelstations zijn onderdelen van de vitale infrastructuur van Nederland. Op een station als dit wordt hoogspanning van 150 kilovolt (kV) teruggebracht en verdeeld over kabels van 50 kV. Nederland telt er zo’n twaalf. Bijna allemaal oliegeïsoleerde Coq-systemen. Ze zijn kort voor de oorlog ontwikkeld door de firma Coq. Deze schakelstations staan bekend als zeer betrouwbaar. Maar wat gebeurt er als er zich onverhoopt tóch een calamiteit voordoet?
Kortsluiting
Op het Nederlandse elektriciteitsnet zijn sinds de oorlog slechts vierentwintig zware verstoringen geweest. In vier van de gevallen is het station volledig uitgebrand. Hoe ontstaat zo’n brand? “Schakelaars van de Coq-installaties zijn omgeven door olie voor de isolatie”, legt Van Riet uit. “Stel nu dat kortsluiting optreedt in één van die eindsluitingen en hij barst open, dan zal normaliter binnen 20 milliseconden automatisch de stroom van het systeem zijn. De isolatieolie druipt in de lekbak. Wanneer er nu door onoplettendheid in de controlekamer of een nieuwe technische storing toch weer stroom wordt gezet op de leiding, kunnen de vonken (vlambogen) die ontstaan in combinatie met de gelekte olie tot brand leiden. Wanneer deze brand niet direct wordt geblust en het schakelstation brandt af, ligt niet alleen het elektriciteitsnet van Noord Holland eruit, ook voor het internetknooppunt op Schiphol is dit kritiek.”
Bluswater
Doordat de Coq’s zo betrouwbaar waren, werd de noodzaak voor een blusinstallatie voorheen niet sterk gevoeld. Daarnaast ontbrak het ook aan blusmogelijkheden. Blussen deed je destijds immers met water. Maar hoogspanning en water zijn niet te combineren, net zo min als een oliebrand en water.
In april 2013 werd het project ‘Veiligstelling Coq-batterijen’ gestart. Met in het projectteam de bouwer van de installatie, en deskundigen op het gebied van olie, analyse en ontladingsmiddelen. Geen brandexperts. Van Riet moest met zijn collega’s zelf op zoek naar alternatieven voor bluswater. In eerste instantie deden zij tests met aërosols. “We hebben een experiment gedaan met wat brandende olie op een schaaltje. Binnen een half uur waren we genezen”, zegt Van Riet. Want wat bleek? “De aerosol blust wel, maar vliegt op de olie af en vreet er in. En kopermaterialen die in aanraking kwamen met het mengsel van olie en aerosol waren binnen enkele dagen gecorrodeerd.”
Via-via kwam Van Riet in contact met het Brandopleidingscentrum in Baak. Toen werd duidelijk dat het team met aërosol op het verkeerde pad zat en kwam de suggestie voor blussen met gas. Zo kwam Liander bij Saval terecht, een van de weinige partijen die blusgassystemen met deze complexiteit kan realiseren.
Randvoorwaarden
In een gesprek zetten de betrokkenen de randvoorwaarden van het benodigde blussysteem op een rijtje: een blusproef met brandende Shell-Coq isolatie-olie met een groter oppervlakte dan zes vierkante meter en een groter vermogen dan 10 megawatt; een schriftelijke garantie dat de isolerende eigenschappen van de olie bij afblazing van blusgas behouden blijven; een systeem dat bij 50 kV magnetische straling (EMC) niet tot storing leidt en montage tijdens vol bedrijf (zorgvuldigheid is geboden want een monteur zal contact met 50kV niet overleven).
Zuurstof
De praktijktesten voerden Liander en Saval uit bij het brandtestcentrum in Baak. Het blusgas bleek naar volle tevredenheid te werken. Al snel was de conclusie dat InerFlex hiervoor het meest geschikt was, een inert gasblussysteem. Dit blust niet, maar verdringt de zuurstof uit de ruimte met een combinatie van argon en stikstof. Daarbij blijft een waarde van zo’n tien tot elf procent zuurstof over (de normale waarde bedraagt 21 procent).
“Als mens kan je daarin overleven”, verzekert Straathof. Om de acceptatie van dit idee te vergroten, konden medewerkers van Liander tijdens een personeelsbijeenkomst in een afgesloten demo-unit koffie drinken bij een atmosfeer met elf tot twaalf procent zuurstof. “Dat was om te laten zien dat in die atmosfeer elke sigaret uitgaat. Je kunt absoluut geen lucifer aansteken, maar je kunt als mens gewoon ademhalen.”
Daarmee was het personeel om en was de keuze voor InerFlex definitief. Straathof sloeg aan het rekenen: “Voor een ruimte van dit volume (circa 2000 kuub) zijn er ongeveer 50 cilinders nodig. Het blussysteem bestaat uit een detectiesysteem en een gasblusleiding met nozzles. Een juiste en, tijdens vol 50kV bedrijf, veilige plaatsing van de nozzles is essentieel. De plaatsing van de nozzles, en ook de plaatsing en de grootte van de gaatjes daarin, werden met speciale software berekend. Zo is te bepalen waar, hoeveel kg uitstroomt om de ruimte optimaal te vullen. Hydraulische calibratie noemen we dat.”
Dubbele beveiliging
Na activatie van het ontstekingsmechanisme blazen alle 50 cilinders leeg. Stoppen is er dan niet meer bij, en hervullen is prijzig. Dus wil je een onterechte afblazing voorkomen. Straathof en Van Riet bedachten daarom een uniek aanspreekcriterium.
Wanneer de detectie wordt geactiveerd is dat een vooralarm: de blusinstallatie gaat nog niet open. Ook een storing op zich geeft geen alarm. “Bij tachtig procent van alle storingen hoef je niks te doen”, geeft Van Riet aan. “Bij kortsluiting gaat daarom eerst het systeem een half uur op scherp. Is er binnen een half uur na een sluiting geen detectie, dan is er geen brand. Pas wanneer een kortsluiting ontstaat én die de detectie aanspreekt, gaat de installatie afblazen.”
Na brand
Een eventuele brand wordt gedoofd door verdrijving van de zuurstof door het mengsel van stikstof en argon. Uit proeven is gebleken is dat de olie spontaan ontvlamt bij 363 graden. Die heeft een half uur nodig om voldoende af te koelen en daarom moet de ruimte gegarandeerd een half uur afgesloten blijven (standtijd), zodat er geen zuurstof kan binnendringen.
Verdriet
Wat zou het mooi zijn als we het systeem toch eens écht in werking zouden zien, bij een échte calamiteit. Helaas, de kans dat de installatie in werking moet treden is klein. Het team moet het doen met het bevredigende gevoel dat de brandbeveiliging van het HS tussenstation nu perfect op orde is. En er is veel praktijkkennis opgedaan. Van Riet: “We rollen dit systeem al uit naar andere locaties. Maar ik ben er ook van overtuigd dat dit blussysteem voor veel meer toepassingen interessant is. Bedrijven kiezen nu voor droge transformators in plaats van olie-geïsoleerde natte transformators vanwege het brandgevaar. Maar een natte installatie is veel betrouwbaarder, zuiniger en stiller. Met deze techniek plaats je gewoon een natte transformator in een gesloten ruimte, je zet er één kruik achter en het is klaar. Daarmee wordt een natte installatie ook interessant voor bijvoorbeeld de elektriciteitsvoorziening van een ziekenhuis.”
Dit artikel is gepubliceerd in Brandveilig.com 02/ 2015.
http://www.brandveilig.com/onderwerpen/blusmiddelen/bluswater-verboden-42982Het station staat in redelijke open terrein, redelijk goed toegankelijk, dus niet al te veel zorgen voor de directe omgeving ivm koeling etc. evt. aanliggende bouwselsOverigens de machineruimten van diesel-elektrische offshore etc. vaartuigen en installaties doen in afmetingen en geinstalleerde werktuigen/vermogens etc. niet onder voor dit transformatorgebouw en kennen al vele tientallen jaren de nodige brandbeveiliging.