Reactie werkgeverszijde, zonder enige vorm van excuus over te laat verschijnen en daarover aperte onjuistheden beweren, noch over poging tot intimidatie eigen personeel, wat wellicht nog een staartje krijgt omdat de minister vragen moet beantwoorden over de inzet van bijzonder opsporingsmiddel zonder dat er een aangifte lag, dat lijkt mogelijk te veranderen!
College voor Arbeidszaken/Brandweerkamer
FNV Overheid
Varrolaan 100
3584 BW UTRECHT
GÐVereniging van
Nederlandse Gemeenten
(070) 3738393
betreft
ultimatum onderhandelingen
FLO-overgangsrecht
uw k€nmsrk bijlaqe(n)
ons kenmsrk datum
ECWGO/U201600998 27 juni2016
Geachte heer ........,
Hiermee reageren wij op uw brief van 21 juni jl. U stelt een aantal eisen over het FlO-overgangsrecht
van brandweerpersoneel. U meldt dat als de Brandweerkamer niet die eisen inwilligt binnen de door u gestelde termijn, u tot acties overgaat. Wij betreuren het dat u niet de acties hebt opgeschort totdat u
kennis hebt kunnen van deze inhoudelijke reactie op uw brief.
L. lnleiding
Wij roepen u op om terug te keren naar de onderhandelingstafel en gaan niet in op uw ultimatum en de daarin gestelde eisen. Hieronder leggen wij uit waarom. Net als u zijn wij teleurgesteld en verontrust dat we na een jaar onderhandelen nog geen
overeenstemming hebben over de reparatie van het FlO-overgangsrecht. Brandweermensen die nu
gebruik maken van het FLO-overgangsrecht en eerder stoppen met werken, kunnen in financiële
problemen komen. Als goed werkgever ziet de Brandweerkamer de noodzaak voor een zorgvuldige
en verantwoorde reparatie van het FLO-overgangsrecht.
De Brandweerkamer heeft bij de onderhandelingen over die reparatie een aantal uitgangspunten: (a)
het moet gaan om een reparatie van het huidige FlO-overgangsrecht; en (b) beide partijen moeten
een bijdrage leveren aan de oplossing . ln de loop van de onderhandelingen heeft de
Brandweerkamer het zwaarwegende uitgangspunt van 'budgetneutraliteit' ondergeschikt gemaakt aan
het bereiken van een resultaat en daarmee een belangrijke bijdrage willen leveren aan het bereiken
van een akkoord.
Na een jaar onderhandelen blijkt echter dat de vakbonden niet tot een evenwichtig compromis hebben
willen komen. Terwijl we elkaar dicht genaderd waren en een oplossing dichtbij was zijn de vakbonden
teruggekomen met een verzwaard eisenpakket.
De Brandweerkamer betreurt deze gang van zaken. Een oplossing kan er alleen komen als beide
partijen bereid zijn bij te dragen aan een evenwichtige en voor beide partijen acceptabele oplossing
Het tussentijds verzwaren van eisen levert daar geen bijdrage aan, evenmin als het eenzijdig
opleggen van een dictaat.
2. FLO-overgangsrecht
Brandweermensen die sinds 2005 in dienst zijn in een bezwarende functie, vallen onder het FLOovergangsrecht
en kunnen daardoor eerder stoppen met werken. De werkgevers en de vakbonden
hebben het FLO-overgangsrecht in 2005 vastgesteld, en daarbij afspraken gemaakt over de
uittreedleeftrjd en inkomensvoorzieningen. Deze inkomensvoorzieningen komen onder druk door
wettelijke en fiscale veranderingen:
o De levensloopregeling verdwijnt
o De Aow-leeft¡jd stijgt
o De fiscale ruimte voor extra pensioenopbouw is sterk verminderd
o Er is een boete op arrangementen voor vervroegd uittreden
Dit kan ertoe leiden dat brandweermensen die eerder stoppen met werken, een scherpe
inkomensdaling hebben. De Brandweerkamer en de vakbonden vinden dit beide onwenselijk en
onacceptabel en hebben daarom ruim een jaar onderhandeld over een voor beide acceptabele en
uitlegbare oplossing.
3. Een oplossingvoor het FLO-overgangsrecht
ln de onderhandelingen over het FLO-overgangsrecht zijn diverse oplossingsrichtingen verkend, en is
er diverse malen onderhandeld over een concrete oplossing. De Brandweerkamer is bereid om af te
spreken dat werkgevers een extra bijdrage leveren aan de inkomensvoorziening voor
brandweermensen die het FLO-overgangsrecht gebruiken. Het is vanzelfsprekend dat de betrokken
brandweermensen dan ook een bijdrage leveren door een latere uittreedleeftijd. Als beide partijen een
bijdrage leveren, kunnen brandweermensen in een bezwarende functie nog steeds ruim voor de
AOW-leeftijd - in het uiterste geval op 60-jarige leeftijdl - stoppen met werken met een goed inkomen.
Tot voor kort leek het er op dat beide partijen bereid waren tot deze oplossing, totdat u op 7 juni een
nieuw eisenpakket neerlegde: een uitbreiding van de huidige rechten waaraan alleen de werkgever
een bijdrage zou moeten leveren. De Brandweerkamer heeft u op 7 juni gemeld dat u hiermee de
onderhandelingen onmogelijk dreigde te maken. Uw nieuwe eisen zijn niet alleen onbetaalbaar maar
ook maatschappelijk onverantwoord. ln 2005 hebben we afgesproken dat er voor brandweermensen
aanvullende afspraken zijn, die we willen repareren.
Maar als alle Nederlanders langer moeten
doorwerken, is het niet uit te leggen dat dat niet voor brandweermensen geldt.Hiernaast is na 7 juni bij de Brandweerkamer de indruk ontstaan dat als er een oplossing in zicht
komt, er onduidelijkheid ontstaat over uw mandaat om te onderhandelen en er nieuwe eisen op tafel
komen. Na een jaar onderhandelen zette u op 7 juni ineens een stap naar achteren, en nu eist u dat
de werkgever ogenblikkelijk een stap naar voren doet.
Hierdoor zijn we na ruim een jaar onderhandelen nog niet tot een oplossing voor het FLOovergangsrecht
gekomen. En dat terwijl wij elkaar op 9 mei dicht genaderd waren. Het laatste voorstel van ons hield een uittredeleeftijd van 59 jaar in voor medewerkers met 10 tot 20 dienstjaren (op
3111212005), en 60 jaar voor medewerkers met 0 tot 10 dienstjaren (op 3111212005).
Daartegenover stond inkomenszekerheid in de non actieve periode door een netto inkomensgarantie
vanTOo/o en de mogelijkheid om een jaar voorafgaand aan de uittredeleeftijd naar keuze 50% te
werken tegen een inkomen van g0%, of 100% te blijven werken tegen een inkomen van 120o/o.
Bovendien was het aanbod om twee jaar voorafgaand aan de uittredeleeftijd een jaar lang 100% te
werken tegen 12Oo/o van het inkomen. Ons voorstel was tevens om een procesafspraak te maken voor
de situatie dat de AOW leeftijd definitief verder stijgt dan 67 iaar.
De Brandweerkamer blijft van mening dat het mogelijk moet zijn om tot een oplossing te komen, als
wordt voldaan aan de voorwaarden voor een constructief overleg: heldere afspraken over het doel van de onderhandelingen, een duidelijk mandaat en de bereidheid om elkaar tegemoet te komen.
4. De eisen in uw ultimatumbrief
ln uw brief stelt u I eisen. Bij een aantal van deze eisen heeft de Brandweerkamer zich bereid
verklaard om afspraken te maken, mits deze onderwerpen deelzijn van een alomvattend, evenwichtig
akkoord. Wij geven u hieronder onze mening over de acht eisen in uw brief.
7. Netto afsprook
U wilt een netto afspraak over de hoogte van de FLO uitkering (75% van de bezoldiging). De
Brandweerkamer heeft aan de onderhandelingstafel gezegd afspraken te willen maken over een netto
afspraak mits dit onderdeel is van een evenwichtig totaalakkoord, waarin u ook uw bijdrage levert. Als
u echter vasthoudt aan een hoogte van 75o/o kunnen wij niet tot afspraken komen. Een hoogte van
75o/o is een uitbreiding van de aanspraken en niet een reparatie van de huidige regeling.
2. Voste uittredeteeftijd tussen de 56 en 59 joar (afhonkelijk van het aantol dienstioren)
U wilt een vaste uittredeleeftijd tussen de 56 en 59 jaar. Wij vinden dat als wij een bijdrage leveren
aan inkomenszekerheid tijdens de non-actieve periode, dat het dan vanzelfsprekend is dat
brandweermensen ook bijdragen aan een evenwichtige oplossing en dus langer doorwerken. Wij zijn
zeker bereid tot een oplossing die ertoe leidt dat brandweermensen ruim voor de AOW leeftijd kunnen
stoppen met werken. Maar, net als anderen zullen brandweermensen langer door moeten werken dan
nu. U lijkt met uw eis van een vaste uittredeleeftijd tussen de 56 en 59 jaar vast te houden aan
uittredeleeftijden van de huidige regeling. Als u deze eis vasthoudt kunnen wij niet tot afspraken
komen. Dat wij bereid zijn goede afspraken te maken blijkt uit ons laatste voorstel waarin doorgewerkt
wordt tot 59 respectievelijk 60 jaar met voorafgaand aan de datum van uittrede de mogelijkheid om
gedurende 1 jaar lang 50% te werken tegen 90% van het inkomen.
3. tLO uitkering vonaf uittredeleeftijd tot 64 joor, inclusief 700% pensioenopbouw
U eist een uitkering vanaf de uittredeleeftijd tot aan de datum van 64 jaar. Wij gaan ervan uit dat deze
eis gebaseerd is op een AOW leeftijd van 67 jaar en dat medewerkers 3 jaar daaraan voorafgaand
met keuzepensioen gaan. Dit is in overeenstemming met de systematiek van de huidige regeling en
wij zijn bereid hierover afspraken te maken, net als over volledige pensioenopbouw over de non
actieve periode.
4. Keuzemogelijkheden voorofgoand qan de uittredeleeÍtiid
U eist dat de medewerker twee jaar voorafgaand aan de uittredeleeftijd de keuze heeft tussen
1001120 of 50/90 werken. Deze eis is aan de cao tafel besproken; voor de bedrijfsvoering van de
brandweer is de 50/90 constructie ongewenst. Zoals wij aan de onderhandelingstafel uiteengezet
hebben is deze keuzemogelijkheid niettemin bespreekbaar, maar alleen voor het laatste jaar
voorafgaand aan uittreding.
5. tnkomensgarantie, aanvullend op de bestaonde werkgorontie in de gorontieregeling vanaf 50
jaor.
Wij hebben nog niet eerder met u gesproken over deze eis. Daarom zal hierover nog onderhandeld
moeten worden in het kader van een alomvattend en evenwichtig akkoord.
6. Risicoverdeling bijstijging AOW leeftijd
U stelt als eis dat u een eerlijke risicoverdeling wilt tussen werknemer en werkgever voor de situatie
dat de AOW-leeftijd stijgt. Wr¡ vinden het opmerkelijk dat u de eerlijke risicoverdeling wel noemt voor
de situatie dat de AOW-leeftijd verder stijgt dan 67 jaar, maar die risicoverdeling niet noemt als basis
voor het bereiken van een compromis nu.
Overigens, het is bekend dat de AOW-leeftijd nog verder zal stijgen dan 67 jaar. Wij geven er daarom
de voorkeur aan om in het kader van een alomvattend, evenwichtig akkoord ook afspraken te maken
voor medewerkers voor wie een AOW-leeftijd gaat gelden die hoger ligt dan 67. Daarbij hanteren wij
als uitgangspunt dat er bij een onderhandelingscompromis evenwicht is tussen de bijdrage van
werkgevers en werknemers.
7. Recht op doorwerken in een n¡et-repressieve functie.
Uw eis dat er een recht moet zijn op doorwerken in een niet-repressieve functie is bij ons bekend. Wij
hebben hier nog niet inhoudelijk met u over gesproken. Over deze eis zal verder onderhandeld
moeten worden in het kader van een alomvattend, evenwichtig akkoord
8. Reparotie von het bruto-netto gat, pensioengot en AOW got voor inactieven (vonuit de
doelgroep met FLO rechten)
Wij hebben met u afgesproken eerst afspraken te maken over reparatie van de regeling FLOovergangsrecht
voor de categorie minder dan twintig dienstjaren. Daarnaast hebben wij met u
gesproken over reparatie van het AOW-gat voor inactieven. De afspraak was dat u een aangepast
voorstel zou inbrengen in het overleg. Reparatie van het bruto-netto gat en het pensioengat voor
inactieven is nog niet eerder besproken.
5. Conclusie
De Brandweerkamer wil graag zo snel mogelijk een oplossing met u afspreken voor het FLOovergangsrecht.
Wat ons betreft zijn er nog steeds aanknopingspunten om hierover overeenstemming
te bereiken. Daarvoor moeten we het met elkaar eens zijn over het doel van de onderhandelingen, en
moeten beide partijen een bijdrage daaraan willen leveren.
Wij verzoeken u dringend om samen met uw achterban een helder en eenduidig mandaat vast te stellen voor onderhandelingen over een evenwichtig akkoord.
Hoogachtend,
Brandweerkamer van het College voor Arbeidszaken van de VNG
VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel 070-373 83 93
www.vnq.nl 04
A.Attema
P. F.G. Depla
M. Horselenberg
M.M. van 't Veld