Waarom deze aangifte?
Komen ze zelf tot deze aangifte of zijn ze hiertoe aangespoord ?
Wat willen ze ermee bereiken? Het is al erg genoeg maar hun geliefden krijgen ze er niet mee terug.
Bent u niet in staat zelf even de berichten daarover bij RTV Rijnmond of het AD te lezen?
Waarom is het voor u van belang te weten via welke overwegingen zij tot de aangifte zijn gekomen; nadat zij dit eerst met alle familieleden hebben besproken. En vanwaar uw vermelden dat zij
'zijn aangespoord'?
Ik heb ze wel voorgehouden dat, uit alle rampen waarbij ook brandweerlieden zijn omgekomen, het verzaken van (vooral ook preventieve en preparatieve) wettelijke taken binnen de organisatie steeds is weggemoffeld en dat ik dus geen verbeteringen verwacht.
Ook, dat de Inspectie herhaald heeft aangegeven (laatstelijk in 2006 en 2007) dat de organisatie en het bestuur niet in staat is/wil zijn om daarin te sturen of inhoudelijk verbetering aan te brengen.
Hier wat tekst uit de brief van de nabestaanden aan het bestuur en het OM:
"De IOOV (als wettelijk toezichthouder; dus niet âde eerste de besteâ), richtte zich in 2006 en 2007 toch duidelijk tot de lokale bestuurders (gemeente en regio) en uiteraard ook tot de commandanten van de brandweer in Nederland; als zijnde de âwettelijke adviseursâ; voor de decentraal georganiseerde brandweerzorg. O.m. als volgt:
â
Kwaliteit van de brandweer
De meeste respondenten zijn van mening dat de kwaliteit van de brandweer op orde is.
Het oordeel van de raadsleden over de kwaliteit is meestal niet gebaseerd op beleidsinformatie, maar berust voornamelijk op perceptie.
In de gemeenteraad wordt nauwelijks inhoudelijk over de kwaliteit van de brandweerzorg gesproken.
Opvallend zijn de verschillen in de opvattingen daarover van enerzijds de burgemeesters/commandanten/griffiers en anderzijds gemeenteraadsleden zelf. Gemeenteraadsleden blijken nauwelijks bekend met de professionele (prestatie)normen van de brandweer.â
Toen al, in 2006, werd de over jaren al gekoesterde onwetendheid van de gemeenteraden, m.b.t. hun wettelijke taken voor de brandweerzorg, vastgesteld; met ook nog een alarmerend rapport in 2006 over de brandweer :
â
Met het naar buiten brengen van deze rapportage worden een aantal effecten beoogd.
In de eerste plaats draagvlak creĂŤren voor de komende onderzoeksactiviteiten van de Inspectie.
Met deze verantwoordingsslag wordt optimale transparantie nagestreefd.
Een tweede effect is het in gang zetten van een bewustwordingsproces.
Door het op papier zetten van problemen â deels bekend, deels onbekend â worden de betrokken organisaties in de gelegenheid gesteld hierover na te denken. Ze kunnen kritisch kijken in hoeverre deze problemen zich bij de eigen organisatie voordoen en daar al maatregelen tegen nemen.â(âŚ) En:
â
Te weinig praktijkgericht bij plannen, oefenen, evalueren.
⢠We hebben te weinig ervaring en van de ervaring die we hebben leren we te weinig.
⢠Korpsen ontberen een goede methodologische onderzoek systematiek om het eigen
optreden te evalueren.
⢠De brandweer evalueert en rapporteert op een te laag niveau; er is geen âleercyclusâ
waardoor fouten structureel blijven bestaan.
⢠Doordat situaties na ongelukken vaak pijnlijk zijn voor betrokkenen, gaan evaluaties niet diep genoeg en blijven zaken onbenoemd.
⢠Ontbreken van (zelf)lerende organisatie, verwerken van (bijna)ongevallen in leerstof,
bijscholing etc.
De competenties van het hogere brandweerkader
⢠Leidinggevenden durven niet te sturen, zijn confrontatie mijdend en teveel op consensus gericht.
⢠Bestuurlijke sensitiviteit bij de brandweer richting bestuur is vaak onvoldoende.
⢠Het bestuur is te weinig resultaatgericht. Onvoldoende vaardigheid en gezag om andere diensten te binden en op te jagen.
⢠Er is onvoldoende integraal risicomanagement van de keten.
⢠De brandweer maakt weinig heldere prestatieafspraken, waardoor er geen prioriteiten gesteld worden die bestuurlijk afgedekt zijn.
⢠Brandweer is niet in staat om helder en inzichtelijk weer te geven wat haar producten zijn en welke effecten daarmee bereikt worden, zodat de discussies met het bestuur vaak over de middelen gaan en niet over de te bereiken maatschappelijke effecten.
⢠Te weinig managementvaardigheden bij de brandweertop.
⢠Er wordt onvoldoende de juiste mensen betrokken bij het opzetten/uitwerken en
uitrollen van beleidsprogrammaâs bij landelijke projecten.
⢠De brandweer werkt niet bedrijfsmatig genoeg. Er wordt niet gestuurd op resultaat, de mensen werken daardoor niet resultaat gericht.
Het gevoel âsamen aan een product te werkenâ leeft niet.
Intern wordt daarom vaak niet of nauwelijks samengewerkt en veel onderwerpen âmodderen voortâ. Resultaten blijven uit.â
â⢠Te weinig technische basiskennis en kennis van brandweertechnologie bij onderofficieren en vooral officieren.
⢠De vakkennis van de operationele brandweerofficieren loopt sterk terug. Dit wordt versterkt door het competentiegericht opleiden, waardoor die vakkennis nog verder achteruit gaat lopen.[/b]â
Dat noemde ik al eerder, qua inhoudelijke organisatie en bestuurskwaliteit: 'bankroet!'.
Wie zou op rationele gronden een dergelijke club financieren?
Er is daarna ook niets verbeterd en dat is ook niet te verwachten; behalve indien men in het sprookje van Baron von Munchhausen wil blijven geloven.
Elke (medische) zorg organisatie heeft zijn tuchtrecht; de brandweerzorg heeft niets daarvan.
Vandaar: dan maar het '
ultimum remedium': het strafrecht.
Het is het laatste redmiddel; als men wenst dat dergelijk incidenten niet meer plaats mogen vinden.