http://www.veiligheidsberaad.nl/Pages/home.aspxeen stukje inhoudelijke tekst:
Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio’s, Politie en Defensie
Partijen
A. De Veiligheidsregio……, vertegenwoordigd door de voorzitter van de Veiligheidsregio.….… , hierna te noemen "Veiligheidsregio";
B. De Regionale eenheid van de nationale politie……., vertegenwoordigd door…….,hierna te noemen “Politie”
C. Het ministerie van Defensie, vertegenwoordigd door de gemandateerde ………, hierna te noemen "Defensie";
Overwegende, dat
- partijen het wenselijk achten om gezamenlijke afspraken te maken, door middel van een convenant, met betrekking tot (de voorbereiding op) rampen en crisis of de dreiging ervan omdat:
a) Defensie naast politie, brandweer, geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio en gemeenten een structurele veiligheidspartner is binnen de Strategie Nationale Veiligheid en door haar grote diversiteit aan capaciteiten op vrijwel alle civiele rampenbestrijdingsprocessen ondersteuning of aanvulling kan geven;
b) Defensie in geval van een (dreigende) ramp of crisis op verzoek van civiele autoriteiten militaire bijstand of militaire steunverlening in het openbaar belang kan verlenen.
- afstemming en samenwerking tussen de Veiligheidsregio, Politie en Defensie in de crisispreparatie, respons en nazorg van cruciaal belang is om te komen tot een adequate inzet tijdens (ernstige vrees voor) rampen en crises;
- partijen afspraken met betrekking tot de voornoemde samenwerking willen vastleggen in een landelijk convenant om een kader te geven voor de uitwerking van de samenwerking op regionaal niveau;
- een regiospecifieke actielijst deel uitmaakt van het convenant, waarin de door de partijen uit te voeren acties zijn opgenomen. Partijen zullen zich inzetten om de samenwerking tot een succes te maken.
- iedere partij zijn eigen verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden heeft op het gebied van risicobeheersing, rampenbestrijding en crisisbeheersing, die in de diverse wet- en regelgeving zijn vastgelegd en dat deze door dit convenant ongewijzigd blijven;
- partijen het wenselijk achten om gezamenlijke afspraken te maken met betrekking tot rampenbestrijding en crisisbeheersing, zonder elkaars taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, dan wel de wettelijke basis daarvoor, te willen beďnvloeden of over te nemen;
- binnen Defensie een geografische verdeling is gemaakt waarbij de Regionaal Militair Commandant (RMC) belast is met de coördinatie van militaire bijstand en militaire steunverlening in het kader van het openbaar belang in het toegewezen gebied;
- de RMC het militaire aanspreekpunt is voor bestuurlijke autoriteiten en voor het niveau van operationele directies binnen de Veiligheidsregio’s;
- de RMC aan elke Veiligheidsregio, Officieren Veiligheidsregio (OVR) ter beschikking stelt zodat iedere Veiligheidsregio haar eigen Defensieliaison heeft op operationeel niveau;
- de Veiligheidsregio verantwoordelijk is om RMC en OVR in de koude fase structureel in te bedden waardoor de informatievoorziening gewaarborgd is;
- het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (Atb) buiten de reikwijdte van het convenant valt en afspraken in dit kader met de ondertekening van het convenant dan ook niet wijzigen.
Spreken partijen met elkaar af:
Algemeen
Artikel 1 Uitgangspunt
Wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden inzake risico- en crisisbeheersing blijven ongewijzigd en worden door dit convenant niet beďnvloed. Reeds bestaande convenanten en afspraken kunnen behouden blijven of desgewenst worden samengevoegd met dit convenant. Hierover kunnen afspraken worden opgenomen in de actielijst.
Artikel 2 Doelen
- Dit convenant beoogt eenduidige landelijke afspraken over een effectieve en efficiënte ondersteuning door Defensie tijdens rampen en crises aan de Veiligheidsregio en Politie;
- Het landelijk convenant beoogt een meer eenduidige samenwerking en afspraken tussen Defensie (als landelijke organisatie), Politie en de Veiligheidsregio;
- Een bijbehorende actielijst biedt ruimte voor maatwerkafspraken voor regiospecifieke aspecten;
- Partijen vergroten de kennis van elkaars organisatie en processen en komen tot daadwerkelijke samenwerking inzake de risicobeheersing, (voorbereiding op de) rampenbestrijding en crisisbeheersing en nazorg.
Artikel 3 Citeertitel
Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio’s, Politie en Defensie.
Artikel 4 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
De ministers van Veiligheid en Justitie en Defensie, de Politie, de Veiligheidsregio en de Regionaal Militair Commandant (als Rijksheer) hebben wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die met dit convenant ongewijzigd blijven.
Risicobeheersing
Artikel 5 Risicobeheersing
Ten behoeve van het optimaliseren van de risicobeheersing:
- bekijken partijen gezamenlijk de risico's in de regio gerelateerd aan objecten en relevante activiteiten van Defensie. De Veiligheidsregio verwerkt deze analyse zonodig in haar Regionaal Risicoprofiel;
- kunnen Defensie en Politie afspraken maken omtrent de bewaking en beveiliging van in de regio gelegen vitale Defensieobjecten.
Communicatie
Artikel 6 Risicocommunicatie ("koude fase")
Partijen stemmen onderling de voorlichtings- en communicatiestrategie af:
- Defensie levert specifieke kennis en inhoudelijke informatie over risicovolle Defensieactiviteiten zodat het bestuur van de Veiligheidsregio invulling kan geven aan haar verplichting om de bevolking (burgers, bedrijven, instellingen) informatie te verschaffen over eventueel aanwezige risicovolle Defensie activiteiten;
- Voorgaande gebeurt met inachtneming van de geheimhoudingsverplichtingen van de Veiligheidsregio, de Politie en Defensie voortvloeiende uit toepasselijke wet- en regelgeving.
Artikel 7 Crisiscommunicatie ("warme fase")
- Het openbaar bestuur is verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie, zodra zij betrokken is, Defensie levert de hiervoor gewenste bijdrage;
- Afstemming over crisiscommunicatie vindt plaats tussen de Veiligheidsregio en Defensie als Defensie de getroffen organisatie is.
Artikel 8 Melding en alarmering
Partijen maken afspraken over wederzijdse beschikbaarheid en bereikbaarheid ten behoeve van alarmering en melding;
Artikel 9 Noodcommunicatie
Partijen maken afspraken over inzet, gebruik en de procedures ten aanzien van noodcommunicatie.
Leiding en coördinatie
Artikel 10 Afstemming planvorming
- Bij nieuw te ontwikkelen plannen of wijzigingen van reeds bestaande plannen voor de risico- en crisisbeheersing, op of gerelateerd aan het terrein van Defensie, betrekken en informeren partijen elkaar. Partijen zijn verantwoordelijk voor de wijziging, implementatie en borging van de plannen in de eigen organisatie;
- Defensie wordt door de Veiligheidsregio benaderd om een bijdrage te leveren aan het Regionaal Beleidsplan en het Regionaal Crisisplan van de Veiligheidsregio waarin regiospecifieke aandachtspunten aan de orde komen;
- Voorgaande gebeurt met inachtneming van de geheimhoudings-verplichtingen van de Veiligheidsregio, de Politie en Defensie voortvloeiende uit toepasselijke wet- en regelgeving.
Artikel 11 Vertegenwoordiging in regulier overleg ("koude fase")
Partijen maken afspraken over de vertegenwoordiging in elkaars overlegstructuren teneinde de samenwerking te bevorderen.
Artikel 12 Vertegenwoordiging in crisisteams ("warme fase")
- Liaisons van Defensie maken desgevraagd deel uit van de operationele en bestuurlijke overlegstructuren van de Veiligheidsregio’s;
- In overleg met betrokken partijen kan in voorkomende gevallen de werkwijze en het uitbrengen van liaisons anders worden georganiseerd, waaronder het desgevraagd afvaardigen van een liaison van de Veiligheidsregio en/of de Politie naar het crisisteam van Defensie.
Artikel 13 Opleiden, trainen en oefenen
- Partijen maken capaciteit vrij voor het geďntegreerd ontwikkelen van scenario’s ten behoeve van opleiden, trainen en oefenen, het voorbereiden en evalueren van geďntegreerde oefeningen en het implementeren van de verbeterpunten;
- Partijen organiseren geďntegreerde oefeningen met elkaar en stemmen hun meerjarig oefenbeleid en de planning hiervan op elkaar af;
- De oefenplannen zullen door beide partijen worden geëvalueerd. Aan deze evaluaties zullen alle partijen hun medewerking verlenen.
Artikel 14 Regiogrensoverschrijdend incident
- In geval van een regiogrensoverschrijdend incident, waarbij meerdere Veiligheidsregio’s betrokken zijn, organiseert de bronregio, indien gewenst, voor Defensie één aanspreek- en coördinatiepunt vanuit de verschillende Veiligheidsregio’s.
- Bij een ramp of crisis waarbij de regiogrens wordt overschreden, kan de nationale crisisstructuur in werking treden. Het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) en/of de Landelijke Operationele Staf (LOS) kunnen hierbij een rol spelen;
- In dit convenant worden geen afspraken vastgelegd voor een ramp waarbij nationaal wordt opgeschaald;
- Besluitvorming over en prioritering van de inzet van militaire capaciteiten op het terrein van OOV vindt plaats op het niveau van de Ministeries van Defensie en Veiligheid en Justitie.
Veiligheid
Artikel 15 Veiligheidsmaatregelen
- Partijen houden zich aan de van toepassing zijnde veiligheidsmaatregelen en richtlijnen om risico’s zoveel als mogelijk te beperken;
- Partijen maken afspraken over de te hanteren veiligheidsprocedures en maken daarbij gebruik van reeds bestaande landelijk gehanteerde protocollen of richtlijnen.
De rest kunt u op de site lezen!
En ook op de navolgende site;
http://www.defensie.nl/onderwerpen/rampen-en-crises/inhoud/samenwerking/veiligheidsregioOver wat hier en daar niet nodig is kunnen we een boek schrijven, een compagnie uit Venlo naar Egmond sturen (2013, waaronder een chauffeur chauffeur tanktransport gevaarlijke stoffen, net terug van 8 uur werken, tachograaf net in de ruststand gezet) is hooguit goed voor de motivatie van sommige lieden, maar of dat de valide reden is betwijfel ik om rede van.