Voor de inhoudelijk serieuze belangstellenden, hier mijn reconstructie van de vuurwerkramp:
Het met de eerder justitieel en binnen de rechtshandhaving genegeerde feiten gerepareerde SEF scenario
Enschede kende, vooraf aan de ramp, een langere periode van zonnig weer; waarbij temperaturen van boven 70 graden C kunnen ontstaan in metalen containers. Pyrotechnische mengsels (vuurwerkartikelen) kunnen instabiel (ontstekingsgevoeliger) worden door (herhaald!) verhoogde opslag temperaturen. Ook mocht het vuurwerk verpakt en/of onverpakt worden opgeslagen binnen de milieuvergunningvoorschriften; daarmee werd de beoogde beveiliging door verpakking per voorschrift opgezegd!
Vooraf aan 14:45 uur tot aan 15:02 uur
Vuurwerk (w.o. vuurpijlen), maar ook als vuurwerkbommen gelanceerd vanuit mortierpijpen, schiet onderbroken, aanvankelijk âgecontroleerdâ en rechtstandig omhoog, gevolgd door ongecontroleerde omvangrijke reacties en een deflagratie.
Dit leidt logisch onvermijdelijk tot een conclusie van menselijk handelen via het terrein; i.p.v. slechts een ongevalsontsteking binnen opslag.
Hiertoe moeten er, ter verkrijging van mortierpijpen en vuurwerk, een deur en/of deuren zijn geopend.
Niet zeker kan worden gesteld vanaf welk tijdstip de schade in C17(C1c) zich heeft ontwikkeld en dus niet zeker is of dat een zelfstandige plaats van oorsprong was; waaruit zich in de tijd min of meer parallelle en samenwerkende reacties ontwikkelden met de buitenexplosie van 15:02 uur.
Rond 15:02 uur
Een samengestelde deflagratie( subsonische explosie), âzo groot als een huis of een dikke boomâ, vindt plaats op het terrein tussen E containers en Mavo boxen aan de ene kant en C17(C1c), C2, C4 (etc?) aan de andere kant .
Er is ruimte voor, toen zeer brandbaar, boomblad en -takjes onder de houten vloeren van de containers waardoor een gelegenheid tot doorslag aanwezig was.
De deuren met de gevels, aan beide zijden van C2 worden, vanaf de deflagratie plaats gezien, naar binnen en, aan de ander zijde, naar buiten geworpen.
Ook de gevel van C4 wordt naar binnen geworpen met voorspelbare âcompressie (en dus warmte door wrijving) van opgeslagen vuurwerk in C4 en ook in C2.
Er is brand op de daken van Mavo-boxen; met gelegenheid tot branddoorslag.
Er blijft daarop rook komen uit C2 en C4 en (eerder?) ook uit C1(a) en C17(C1c).
Op het dak van C17 is de rookgasafvoer van de cv-ketel, omstreeks dit tijdstip, verdwenen.
Er is mechanisch schade aan de dakrand tot aan C1 en er zijn roetsporen vanuit de deur van C17. Roetsporen ook boven de deurgevel van C2.
In C17 zijn verder sporen van warmtebeschadiging aan/in de cv-ketel vastgesteld, zeer lokale âspallingâ van vloerbeton, een geperforeerde gasleiding vanuit de vloer, een aan een zijde lokaal open gesmolten kunststof waterleiding en met staal gewapende elektriciteit bekabelingen (deels niet aangetast).
Rond 15:18 uur
In de vuurwerkopslag C4 ontstaan, nadat de brandweer vanaf het middenterrein water had ingebracht, (voor deskundigen voorspelbaar daardoor) verhevigde reacties; personen vluchten van het terrein.
Vanuit de lucht (brandweerwaarneming) wordt de dakschade aan C1 dan ook van bovenaf waargenomen.
Brandweer zoekt dekking. De reacties nemen daarop weer af.
Rond 15:33 uur
(Sterk) toenemende rook uit C4 (en C6?; op fotoâs Van Willigen)
Ontploffend vuurwerk in E2 direct gevolgd door sterk toenemend witte en zwarte externe rook; gevolgd door vuurverschijnselen met een vuurbollen tot boven de C-opslag. Dit na opendraaien van de rechter deur E2.
Vrijwel âin koorâ is er het opbollen van de naastgelegen E-containers (verloop richting garage Agterbos) onder intern ontwikkelde overdruk.
Rond 15:34 uur
Explosie in/boven de Mavo boxen, vanaf M7, zoân 40 seconden na de E2 deflagratie en de vrijwel gelijktijdige opbolling van meerdere E- containers.
De vuurwerkinhoud van de gezamenlijke Mavo boxen leveren een cluster aan secundaire, met lucht/zuurstof opmengende wolken die (sympathisch) tot deflagratie/detonatie overgang reacties worden gebracht.
De cluster ontwikkelde zich, met de wind mee, tot boven/voorbij de C-opslag.
Hierdoor is o.m. de C-bunker (houten deurgevels) aan extreme druk- en warmtebelasting blootgesteld.
Die druk kan dan de gevels (deuren) hebben ingeslagen en de vuurwerkvoorraad daarbij hebben gecomprimeerd en in- en/of uitwendig ontstoken.
De hiermee samenhangende inwendige wrijving, met de warmtestralingsoverdracht van de clusterreactie, kan het vuurwerk tot verpakkingsbrand en daarop tot, eerst primaire, ontstekingen hebben gebracht.
Rond 15:35 uur
Ook deze laatste omvangrijke deflagratie/detonatie reacties vonden plaats in met lucht/zuurstof opgemengde opstijgende zeer hete turbulente clusters; waarbinnen het vuurwerk en de verpakking voorwaardelijk zijn overgegaan in gas, damp, stof, deeltjes om âair borneâ te geraken en toenemend secundair te reageren.
Gelet op de slechts zichtbare secundaire clusterexplosies is op het schadebeeld niet af te leiden dat er vuurwerk, lokaal op maaiveld niveau, âmassa-explosiefâ primair reageerde; op de pover theoriearme criteria uit de classificatietesten.
De beide samengestelde clusterexplosies verschenen nadat er herhaald al enige tijd primaire en daarbinnen zeker geen âmassa- explosieveâ reacties lokaal binnen de afzonderlijke opslagruimten waar te nemen waren.
Het âopbruisenâ; tot secundaire reacties is waargenomen door de leidinggevende officier.
De justitiĂ«le âwaarschijnlijkâ aannamen en âmogelijkhedenâ zijn, op gebrek aan kennis, beperkt tot een pseudo âverklaringâ met een niet toepasselijke classificatie test term.
De omstandigheden binnen die testen zijn zeker niet representatief voor vuurwerkbranden in opslag /opsluiting en daarom, ook op fundamenteel theoretische gronden, die bij de UN testen totaal ontbreken, niet vergelijkbaar.